Als een deur functioneert, werkt hij goed. Dat lijkt een ‘open deur’, maar dat is het niet. Wel als gekeken wordt naar normale situaties. Maar zeker in een omgeving met verhoogd risico kunnen abnormale situaties ontstaan. Denk aan een ontruiming wegens brand of aan woedende demonstranten die naar binnen willen! Hoe functioneert de deur dan?
Er bestaan gewone entrees en entrees die extra veiligheid bieden. De laatste categorie zou bestand moeten zijn tegen een aantal ongebruikelijke situaties. Die weerstand kan de fabrikant in het ontwerp meenemen en zelf testen. Maar ook is het mogelijk om gebruik te maken van normen op dit gebied. Dat geeft een opdrachtgever meer zekerheid, alhoewel ook normen niet zaligmakend zijn. Een slot dat aan alle veiligheidsnormen voldoet, maar in een bordkartonnen deur is gemonteerd, biedt geen veiligheid. Het gaat om de beveiliging van de hele schil. De uitdaging is om die op het vereiste niveau te krijgen, zonder dat te veel concessies worden gedaan aan andere eisen, zoals op het gebied van gebruikersgemak en esthetica.
Entreeoplossingen voor de buitenschil behoren altijd inbraakwerend te zijn. Of zij dit ook zijn, is lastig vast te stellen zonder schade aan te richten. Daarom hanteren fabrikanten officieel erkende normen. De in Nederland meest algemene op dit gebied is de NEN 5096, die geleidelijk vervangen zal worden door de Europese norm EN 1627. Deze, of gelijkwaardige normen, worden voorgeschreven in het Bouwbesluit, waardoor naleving van de gestelde eisen wettelijk verplicht is. Binnen deze normen bestaan de weerstandsklassen WK1, WK2 en WK3, waarbij in de woningbouw WK2 als minimum geldt voor inbraakwerendheid.
Onze gastblogger Harm van Dartel - certificatiemanager van SKG-IKOB - schreef hierover eerder de blog "Geen ruimte voor zwakke schakels in inbraakwerende entree".
Een goedgekeurde deur mag voorzien worden van het SKG-beeldmerk. Dat is een soort huisje met daarin één, twee of drie sterretjes. Zo’n beeldmerk wil echter niet altijd zeggen dat de gehele deur inbraakwerend is. Sommige fabrikanten laten alleen onderdelen certificeren en dan loopt de opdrachtgever het risico een zwaar slot in bordkarton te kopen. Boon Edam hanteert het principe dat een deur volledig inbraakwerend is of niet. Dus als het beeldmerk van SKG is aangebracht, geldt dit voor de hele deur.
Bovendien zijn inbraakwerende tourniquetdeuren altijd conform WK2 of WK3 uitgevoerd. Bij inbraakwerende schuifdeuren is er keuze tussen RC2 en RC3. Voor zeer hoge risico’s kunnen onderdelen van de deur extra worden versterkt. Zo is bijvoorbeeld toepassing van slag- en zelfs kogelwerend glas mogelijk. Zo is conform DIN EN 1063 een sterkte van BR4NS te bereiken, waarmee kogels van een 0,44 Magnum worden gestopt.
Een entreeoplossing moet ook goed werken bij brand. Dit is nog niet zo eenvoudig. Aan de ene kant heeft een deur ook als taak om rook en hitte tegen te houden, maar het belangrijkste is dat mensen onbelemmerd kunnen vluchten. Gebouwen beschikken doorgaans over nooduitgangen, maar zeker in openbare gebouwen wil het publiek vaak naar buiten via dezelfde route als waarlangs het binnen gekomen is. Brandveiligheid is een vak apart en het is beslist essentieel dat de leverancier van deuren een expert op dit gebied in huis heeft om problemen met de brandweer – of erger – te voorkomen. Lees meer over hoe de kwaliteit van een brandwerende deur gewaarborgd wordt in deze speciale blog.