Inbraakwerendheid is cruciaal voor bedrijven die waardevolle bezittingen en gevoelige informatie willen beschermen. Tourniquetdeuren en andere automatische deuren spelen hierin een belangrijke rol. Of het nu gaat om een schoolgebouw, een winkelpand of een kantoor: ongenode gasten houdt u het liefst buiten de deur. Helaas vormen bedrijfspanden nog steeds een geliefd doelwit van inbrekers, vaak gelegenheidsdieven. Het is dan ook belangrijk om voldoende aandacht te besteden aan de beveiliging van een pand, bijvoorbeeld met een inbraakwerende tourniquetdeur. De inbraakwerendheid wordt weergegeven met classificeringen als RC2, RC3, WK2 en WK3. Maar wat betekenen deze termen? En op welke normen zijn deze gebaseerd?
Het is een schrikbeeld van elke gebouweigenaar of ondernemer: het verliezen van waardevolle spullen als gevolg van een inbraak. Om nog maar te zwijgen over de braakschade en de tijdrovende nasleep die een inbraak met zich meebrengt. Aangifte doen, een schadeclaim indienen bij de verzekeraar, enzovoort. Het is lastig om een inbraak volledig uit te sluiten, maar er zijn veel maatregelen mogelijk die de kans op ongewenste indringers sterk verkleinen. De entree van een gebouw speelt hierbij een cruciale rol.
Bij veel gebouwen valt nog winst te boeken door te investeren in een gevel met hoge inbraakwerendheid. Dat besef is er ook bij veel gebouweigenaren, zo merken wij uit de toenemende vraag naar inbraakwerende tourniquetdeuren. Maar wat maakt zo’n draaideur nou inbraakwerend? En waar moet u op letten om te weten of een entree aan de eisen voldoet?
In de Europese norm EN 1627 staan de eisen en classificaties van inbraakwerendheid van deuren, ramen, en andere toegangswegen beschreven. Deze norm beschrijft gedetailleerde testmethoden en classificaties voor verschillende niveaus van beveiliging. Zowel in deze overkoepelende norm als in de Nederlandse NEN 5096 zijn prestatieniveaus voor inbraakwerendheid van gevelelementen geformuleerd in de vorm van Resistance Class (RC) of Weerstand Klasse (WK). Beide termen betekenen hetzelfde, het verschil zit in de vertaling ervan. De RC-klasse is gebaseerd op de EN1627. De WK-klasse is de Nederlandse variant, gebaseerd op de Nederlandse norm NEN5096.
Hoe hoger de weerstandklasse, des te bestendiger de entree. Het Bouwbesluit stelt dat gevelelementen minimaal inbraakwerend moeten zijn volgens weerstandklasse 2 (WK2) van NEN 5096. Om een gebouw nog beter te beschermen zijn er ook draaideuren met weerstandsklasse 3 (RC3 of WK3) op de markt.
Het verschil tussen de RC-klasse en WK-klasse is de toegelaten afwijking van een tourniquetdeur ten opzichte van het proefelement waarmee de testen zijn uitgevoerd. Voor het toekennen van een waarde op basis van de EN1627 mag de draaideur qua hoogte en breedte maximaal 20% kleiner en 10% groter zijn dan het geteste object. In het geval van de NEN5096 is dat 20% groter en oneindig veel kleiner in breedte en hoogte.
In Nederland wordt vaak de term WK gebruikt, terwijl RC meer gangbaar is in de bredere Europese context. Beide normen hebben als doel om een gestandaardiseerde maatstaf te bieden voor inbraakwerendheid, zodat klanten en fabrikanten duidelijke verwachtingen hebben over de beveiligingsprestaties van hun producten.
Er zijn drie belangrijke tests die een tourniquetdeur moet doorstaan om gecertificeerd te worden:
Hierbij drukt men met persen op de hoekpunten van de deur. Voor WK2 of RC2 dient de tourniquetdeur een druk van 3.000N (ruim 300 kg) te doorstaan en voor WK3 of RC3 dient de deur een druk van 6.000N (ruim 600 kg) te doorstaan. Het geteste element mag vervolgens een maximale buiging van 25 mm vertonen bij de beoogde weerstandklasse.
Dit wordt gedaan met de zandslingerproef. Hierbij laat men een zak met 50 kg glasparels of zand van verschillende afstanden in de hoeken en in het midden van de deur vallen. Voor RC2-klasse gaat het om een valhoogte van 45 cm, voor WK2 geldt een valhoogte van 50 cm en voor RC3 en WK3 classificatie een valhoogte van 75 cm. Het geteste element moet na uitvoering van de beproeving nog intact zijn.
Bij een handmatige inbraakpoging binnen een bepaalde tijd en met specifiek gereedschap mag het element niet geforceerd kunnen worden. De verschillen tussen de weerstandsklasses zitten in het gebruikte gereedschap en de tijdsduur van de test.
Het belangrijkste verschil tussen een tourniquetdeur met RC2 of RC3 is de minimale tijd die een inbreker nodig heeft om de deur te kraken. Zo houdt een weerstandklasse RC2-deur minimaal drie minuten stand tijdens een inbraakpoging die maximaal 15 minuten mag duren. Een weerstandklasse RC3 tourniquetdeur moet minimaal vijf minuten standhouden tijdens een inbraakpoging die maximaal 20 minuten mag duren.
Het type gereedschap dat bij de tests wordt gebruikt, verschilt ook. Bij RC2 mogen simpele gereedschappen, zoals een grote schroevendraaier gebruikt worden. RC3 biedt een hoger niveau van beveiliging. Deze deuren zijn ontworpen om weerstand te bieden aan inbraakpogingen van meer ervaren inbrekers die gebruikmaken van zwaardere gereedschappen zoals hamers, koevoeten en schroefboormachines.
Voor elk type deur zijn andere factoren van toepassing die de weerstandsklasse van de entree bepalen. Bij een inbraakwerende tourniquetdeur moet bijvoorbeeld sprake zijn van meerpuntsvergrendeling. Dit zorgt ervoor dat de draaideur bij elke draaicyclus automatisch op slot kan worden gezet. Voor nachtafsluiting van een tourniquetdeur kan gebruik worden gemaakt van speciale nachtdeuren met meerdere vergrendelpunten. De maximale druk die een vergrendelpunt aankan, is een van de factoren die de weerstandsklasse bepalen.
Er zit een belangrijk verschil tussen tourniquetdeuren die op de volledige constructie inbraakwerend zijn of deuren waarbij slechts enkele onderdelen inbraakwerend zijn. Zo kan het glas of het slot van een tourniquetdeur een bepaalde weerstandsklasse hebben, maar dat betekent niet dat de deur als geheel aan klasse 2 of 3 voldoet. Het is af te raden om een deur toe te passen die alleen op onderdelen inbraakwerend is. Zo’n entree is dan nog steeds eenvoudig te forceren op andere manieren. De praktijk wijst immers uit dat inbrekers de weg van de minste weerstand kiezen.
Halve maatregelen hebben dus weinig zin. Een investering in een volledig inbraakwerende constructie des te meer. Het kan een hoop ellende voorkomen, zonder dat ingeleverd hoeft te worden op de uitstraling en functionaliteit van de entree.
Het beveiligen van een pand tegen inbraak is essentieel. De keuze voor een inbraakwerende deur, aangeduid met RC- of WK-klassen, biedt hierbij uitkomst. Door te investeren in tourniquetdeuren die grondig getest zijn op inbraakwerendheid, kan de veiligheid van een gebouw aanzienlijk verbeteren. Onthoud dat een volledig inbraakwerende constructie altijd de voorkeur verdient boven gedeeltelijke oplossingen. Dit minimaliseert de risico’s en zorgt ervoor dat uw pand optimaal beschermd is tegen ongewenste indringers.
RC2 (Resistance Class 2) en WK2 (Weerstand Klasse 2) zijn beide termen die verwijzen naar een bepaalde mate van inbraakwerendheid volgens respectievelijk Europese en Nederlandse normen.
Ja, RC (Resistance Class) en WK (Weerstand Klasse) betekenen hetzelfde, maar RC is gebaseerd op de Europese norm EN1627 en WK op de Nederlandse norm NEN5096.
RC2 biedt bescherming tegen een inbraakpoging van minstens drie minuten, terwijl RC3 minstens vijf minuten bescherming biedt.
Ja, een RC3-deur biedt meer weerstand tegen inbraak dan een RC2-deur vanwege strengere testvereisten.
De testmethoden voor inbraakwerendheid omvatten statische, dynamische en manuele tests om de inbraakwerendheid van deuren te bepalen.
Een tourniquetdeur of draaideur wordt inbraakwerend door factoren zoals meerpuntsvergrendeling, versterkte profielen en het gebruik van speciaal glas.
Ja, zowel het slot, het glas als de constructie van een tourniquetdeur moeten aan de eisen voldoen om als geheel inbraakwerend te zijn.
Een volledig inbraakwerende constructie van een tourniquetdeur is belangrijk, omdat het voorkomt dat inbrekers zwakke plekken in de deur kunnen exploiteren.