Bijna elke organisatie wil een gastvrije uitstraling naar bezoekers en medewerkers. Maar hoe zit het met personen met minder goede intenties? Die houdt men liever buiten. Maar dat is niet eenvoudig zonder dat gewenst bezoek daarvan hinder ondervindt. Toch zijn er goede oplossingen. Die vergen echter wel een deskundige mix van verschillende maatregelen.
Een hotel is een mooi voorbeeld. Daar is gastvrijheid met afstand het belangrijkste wat de exploitant wil uitstralen. Dus hoe opener, hoe beter! Toch kan het ook wenselijk zijn dat de entree de gasten het gevoel geeft dat zij een veilige wereld binnen stappen. Dat kan door twee keurige, maar wel stevige portiers bij de ingang te posteren. Voor een tophotel is dat vanzelfsprekend, omdat daar verwacht wordt dat de service buiten al begint. Bij kleinere hotels ligt het iets complexer. Een portier wordt dan al gauw als ‘over the top’ beschouwd en past ook meestal niet binnen het budget. Toch vindt ook daar de gast het belangrijk dat de onveiligheid van de straat buiten het hotel blijft.
Openheid en veiligheid zijn prima te combineren. Maar met alleen een entreeoplossing als barrière wordt dat lastig. Dan wordt het al snel het een of het ander. Om dat te voorkomen kan worden gedacht aan beveiligers of aan duidelijk aanwezige bewakingscamera’s in combinatie met een confrontatiemonitor. Beveiligers en beveiligingssystemen schrikken kwaadwillenden af en geven goedwillenden het plezierige gevoel dat over hun veiligheid wordt gewaakt. In normale situaties kan dat prima volstaan.
Bij grotere risico’s wordt het steeds uitdagender om veiligheid en openheid te combineren. Sommige organisaties, zoals sociale diensten, parkeerbeheer en politieke partijen, lopen het risico bezoek te krijgen van personen die erg boos zijn. Die laten zich nauwelijks afschrikken door camera’s. Hetzelfde geldt voor roofovervallers en demonstranten. Toch kunnen organisaties met dergelijke risico’s het zich vaak evenmin permitteren om geen gastvrijheid en openheid uit te stralen. Dit is een dilemma dat alle aspecten van beveiliging raakt, tot aan preventie van cybercrime aan toe.
In een bedrijfsgebouw waar alleen personeel wordt toegelaten is het eenvoudiger. Er kan gekozen worden voor een standaardoplossing of voor een systeem waarbij de deuren open blijven, zolang niet iemand zonder autorisatie nadert. Dit laatste is niet alleen handig voor legitieme gebruikers, maar zorgt ook voor een snellere doorstroming en minder onderhoud aan de deuren.
Bij een semi-openbaar gebouw met verhoogd risico, kan gekozen worden voor een 2-trapsoplossing. Eerst is er een voor iedereen toegankelijk compartiment, dat zonder belemmering toegankelijk is. Na autorisatie of onder begeleiding van een medewerker kan een bezoeker vervolgens tot het beveiligde deel van het gebouw worden toegelaten. Er kunnen extra voorzieningen nodig zijn om ook de veiligheid in het eerste compartiment te waarborgen, want de gebouwbeheerder is ook daarvoor verantwoordelijk.
Het risico kan zich ook al in het eerste compartiment bevinden. Denk aan een juwelierswinkel. In dat geval kan gekozen worden voor ‘open, tenzij’. Bij dreiging gaat de deur dicht en wordt deze alleen geopend als in de omgeving alles veilig is. De openheid is in dit geval beperkt, maar dat is te compenseren door veel glas te gebruiken. In de slag- en kogelwerende variant biedt dit een hoge graad van beveiliging, zonder dat klanten het idee krijgen niet welkom te zijn. Met een eenvoudige sticker is duidelijk te maken dat de beveiliging ook het belang van de klant dient. Wie wil er tenslotte een gewapende overval meemaken? In het verleden gebruikten onder andere banken dikke, zware deuren om ‘veilig’ over te komen. Met de materialen van vandaag is dat gelukkig niet meer nodig.